De onvoorspelbaarheid van het water, de wisselende atmosfeer en de eindeloze nuances in kleur vertaalt Geke naar haar doeken. Ze werkt intuïtief en gebruikt uiteenlopende materialen. Een terugkerend gegeven zijn de draden die ze op het doek borduurt; grillige rimpelingen in het oppervlak.
Gaandeweg heeft ze de zichtbare werkelijkheid steeds verder losgelaten, zoekend naar de essentie in inhoud, vorm en kleur. Tegelijkertijd ontworstelt ze zich aan het traditionele, strak opgespannen schilderdoek als drager. Door textiel te combineren met bijvoorbeeld bamboe, worden de werken niet alleen zachter en uitnodigender, maar ook beweeglijker. Geen harde, begrensde kaders meer, maar rafelige randen die geleidelijk overgaan in de omringende ruimte. Fragiel en kwetsbaar. Zoals de mens ten opzichte van de kracht van het water.